Molen De Meeuw in Garnwerd moet draaien!

De pel- en korenmolen op de dijk bij Garnwerd is in 1851 gebouwd. Op het kruispunt van een waterweg en een landweg is de molen  beeldbepalend, samen met de kerktoren verderop in het dorp.
Het wierdedorp richt zijn historisch patroon van smalle straten op de molen, cafés en restaurants. Molen de Meeuw wenkt reizigers en recreanten van ver. Maar hoeveel bezoekers er ook naar de molen komen, molen de Meeuw blijft van de Garnwerders.

Maar blijft het een draaiende molen in Garnwerd?

Molenaar Alex Buist aan het werk

Na een normale dag draaien wil molenaar Alex Buist de molen vangen en afsluiten. Vangen en alle daarna volgende handelingen is vaste routine voor een molenaar met jarenlange ervaring. Onmiddellijk merkt hij dat de vang, de rem van de molen, anders pakt dan hij gewend is. Hij brengt het gevlucht tot stilstand, klampt de zeilen en legt roeketting en onweersbeveiliging aan. Hij blijft denken: “Er klopt iets niet met de vang.” Hij sluit de stellingdeuren en gaat naar boven, naar de kapzolder. Het eerste wat hij ziet zijn splinters hout die op de bonkelaar liggen. Deze splinters zijn door de bovenas uit de lange spruit geslagen. Alex concludeert dat de bovenas verzakt is. Plotseling, en dat verontrust hem. De halssteen is niet bovenmatig heet. Verder merkt hij op dat de “beet”, de vertanding van het bovenwiel in de bonkelaar, verdiept is. Als ervaren molenaar ziet hij dat de kammen van het bovenwiel inslijten op de bovenvelg van de bonkelaar; spiegeltjes! Maar hij ging naar boven om de vang te bekijken….. en ziet dat de bandvang scheef over het bovenwiel loopt. Geen wonder dat het stilzetten van de molen slechter ging dan voorheen. Alex krijgt een vermoeden van het probleem van de molen en hij handelt zoals een molenaar hoort te doen; de molen voorlopig niet laten draaien en onmiddellijk de eigenaar waarschuwen.

De molen komt voorlopig stil te staan.

Het bestuur van Molenstichting Winsum is het eens met de beslissing om de molen voorlopig niet te laten draaien. Het bestuur deelt in de zorgen over de bruikbaarheid van de molen.

De molenbouwer komt kijken op de kapzolder. Alles in en om de kap wordt bekeken. Met zaklantaarns kijken molenbouwer, molenaar en bestuursleden in alle hoeken en gaten.
Ten eerste stelt men vast dat de bovenas verzakt is. Hierdoor slijten de kammen van het bovenwiel in op de bonkelaar. Verder hakken de ruwe ribben van de bovenas in het hout van de lange spruit. Beide tekenen wijzen er op dat de voorkant van de bovenas gezakt is. De halssteen en het steenbed, dus de voorste steun van bovenas, lijken intact. Ook de windpeluw laat geen bijzonderheden, vochtplekken of houtrot zien. Toch krijgt men de indruk dat de gehele windpeluw, het dikste stuk hout van de molen in zijn geheel verzakt is. De windpeluw ligt op zijn beurt op de voeghoutkoppen. Er zijn twee mogelijke verklaringen voor het probleem. Of de voeghouten zijn doorgebogen of de voeghoutkoppen, waarop de windpeluw rust is  vergaan?
Doorbuigende voeghouten komen vaker voor bij molens. Deze zware balken dragen met de windpeluw het gewicht van de bovenas, het bovenwiel en de roeden. Samen 8000 kg.

Een tweede mogelijke oorzaak van de verzakking kan zijn het inrotten van de voorste voeghoutkoppen. Inrotten en doorbuigen van enkele centimeters kunnen een schadelijke verzakking van de bovenas geven. Beide oorzaken zijn moeilijk te constateren. Bij vermoeden van doorbuigen van de voeghouten kunnen merktekens in de balk geslagen worden. Moderne apparatuur zoals een laserpasser kan doorbuigen van het voeghout vaststellen. Latere metingen geven een beeld van de toegenomen doorbuiging. Het vermoeden van inrotten is lastiger te bewijzen omdat de verbindingen tussen voeghouten en de windpeluw niet even kan worden opengelegd voor inspectie.

Met een halsbrekend geworstel kruipt de molenbouwer door de luiken in de voorkant van de kap en fotografeert de voorste voeghouten.

voeghout koppen

De foto’s laten een verontrustend beeld zien. De voeghoutkoppen, vooral de linker is diep ingerot. Bovendien zijn de scheuren weggeplamuurd en overgeschilderd.

Hierdoor was vanaf de grond geen onheil te zien!

Nog steeds twijfelend aan de oorzaak van de verzakking, adviseert de molenbouwer het defect scherp in de gaten te houden, dus blijven meten en registeren met vaste tussentijden. Tijdens deze periode van verhoogde waakzaamheid mocht de molen wel gekruid worden. Het gevlucht mocht bij geringe windkracht blijven draaien maar malen met de molen was ongewenst.

           Molen de Meeuw is niet meer maalwaardig.

Met deze defecten van de molen wil niemand verder. Terwijl de molendefecten gemonitord worden, buigen molenaar, molenbouwer en bestuur zich over een herstelplan. Al snel wordt duidelijk dat het komende herstel niet vanuit het reguliere onderhoud betaalbaar is. Er is een regeling voor Groot onderhoud en Restauratie Rijksmonumenten Groningen. De subsidieaanvraag bij GRRG wordt afgewezen.           

 Wat is er kapot in molen de Meeuw?
 B. voeghout (rechts)                 E. bovenas met bovenwiel (E’)    
C.  windpeluw                           F. askop met roeden (F’en F’)
D. penbalk met pensteen (D’) G. bonkelaar met koningsspil (G’)

De kap van de molen met de overbrenging. De horizontale beweging van de wind doet de wieken (F’ en F’) draaien. Deze draaiende beweging van de bovenas (E) wordt via het bovenwiel (E’) en de bonkelaar (G) en koningsspil (G’) overgebracht naar de maalstenen, lager in de molen.

    

Verrotte balkkop                                Doorbuigend voeghout

Verrotte balkkop. De kop van voeghout (B) verrot door inwateren vanaf de voorkant (rechts). De windpeluw (C) verzakt en daarmee ook de steun voor de lagering. De bovenas (E) en het bovenwiel (E’) zakken aan de voorkant. De kammen van het bovenwiel (E’) zakken te diep tussen de kammen van de bonkelaar (G). Schadelijk voor de overbrenging! De vang (de knijprem van de molen) sluit  niet meer goed om de bovenwiel; de molen is niet meer stil te zetten!.

Doorbuigen voeghout. De kop van het voeghout (B) buigt naar beneden door ouderdom en door het grote gewicht van bovenas (E) en roeden (F en F’). Ook nu zakken windpeluw (C), bovenas (E), bovenwiel (E’) en roeden (F’en F’) mee naar beneden. Ook nu schadelijk voor overbrenging en de vang!     

Leave Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *