Balkkoppen aangieten

Tekening van een achtkante molen met stenen onderbouw en houten bovenachtkant.

Het aantal en de functie van zolders kan per molen sterk variëren. In poldermolens vinden we vaak minder zolders dan we bij de grootte van die molen zouden verwachten. In industriemolens vinden we meer zolders die vaak hun naam ontlenen aan de functie van die ruimten.
De draagfunctie van een zolder is tweeledig. Ten eerste wordt het gaande werk ondersteund en ten tweede wordt de vloer belast door opgeslagen producten.

De molenzolders in molens worden grotendeels gedragen door legeringsbalken. Deze balken hebben dikten en breedtes van 30 of meer centimeter, de lengte hangt af van de afstand tussen de steunpunten.

De onderste twee zolders liggen elk op twee parallelle legerings- balken. Alle balkkoppen zijn in de gemetselde muren opgenomen. De bovenste twee zolders hebben elk twee paren kruislings liggende balken, dus vier balken per zolder. De onderste balken zijn de vaste legeringsbalken. Er haaks overheen ligt de set van twee losse legeringsbalken. Het extra paar balken zorgt ervoor dat alle achtkantstijlen op hun plaats blijven.
Alle balken van het bovenachtkant liggen met houtverbindingen in de stijlen verankerd. Alle balken in de gemetselde onderbouw liggen ingebouwd in de gemetselde onderbouw. Optrekkend vocht uit de muur belast de ingemetselde balkkoppen, er is geen goede ventilatie. En dat vraagt om problemen!
Bij ronde stenen molens en torenmolens worden alle koppen van legeringsbalken ingemetseld.

Verbindingen tussen legeringsbalk en achtkantstijl kennen dit probleem niet. Hier geen hoge vochtgehalte in het hout maar wel veel ventilatie. Hier kan de houtworm verwoestend werken.

Probleem, verrotte balkkoppen

Verrotte balkkop

Vroeg of laat verrot elke balkkop die in altijd vochtige muurwerk opgesloten zit. Vermoedelijk gaat de gemiddelde balkkop 50 tot 70 jaar mee. De rot in het balkeind is moeilijk te constateren, het ligt geheel omsloten door stenen en rondom bedekt met een stuclaag. Bij te laat ontdekken treedt verzakking van de zoldervloer op. 

Het herstel

Rotte balken kunnen op verschillende manieren hersteld worden. De keuze is mede afhankelijk van de situatie in de molen. De meest rigoureuze manier is de gehele balk vervangen (A). Subtieler kan men volstaan met het aan brengen van een sleutelbalk onder het rotte eind in de verder uitgehakte muur (B). Sinds eind vorige eeuw is het mogelijk een nieuw eind aan de bestaande balk te maken met kunststof technieken (C).

Methode A; De vloerplanken worden van de balk los gemaakt, zo nodig wordt de zolder ter plaatse ondersteund, het muurwerk aan het balkeind wordt weggekapt en de aangetaste balk wordt naar buiten geschoven. Een nieuwe balk komt op zijn plaats en men herstelt de muurschade. Het is de meest kostbare manier en alleen toegepast als de balk ook in het midden verrot is en scheuren vertoont.

Methode B; De balk krijgt een stevige ondersteuning. Het rotte deel van de balk wordt meestal weggenomen. De muur onder de bestaande oplegging wordt naar beneden weggekapt. Een nieuwe sleutelbalk wordt in het vrijgekomen gat gestoken en met zware draadeinden aan de oude balk bevestigd. Zo nodig kan het gat waar het oude balkeind zat weer dichtgemetseld worden. Al zo lang er molens zijn past men deze methode toe, aan één of beide zijde van de balk. Als ook de sleutelbalk inrot kan deze methode herhaald worden. Een sleutelbalk verlaagt de stahoogte en kan ‘kopstoten” veroorzaken.

Sleutelbalk onder een legeringsbalk De Jonge Hendrik Den Andel.
Het vergane balkeind is niet weggenomen. De moerkop van het verbindende draadeind is zichtbaar.

Methode C; De balk krijgt ondersteuning en het rotte deel wordt tot op het gezonde hout weggezaagd. Er moet voldoende ruimte ontstaan om vanuit het muurgat de balk te kunnen inboren. In de horizontale gaten worden fiberglasstaven gestoken. In het muurgat timmert men een bekisting die net binnen de contour van het verwijderde balkeind ligt. De bekisting stort men vol met een twee- componenten kunsthars. Na uitharding verwijdert men de ondersteuning en de oplegging van de balk  is hersteld.

De kunsthars in het muurwerk kan niet opnieuw gaan rotten. Een geringe spleet en kleurverschil tussen balkhout en het hout van de bekisting is het enige wat zichtbaar na het herstel.

Deze techniek van de aangegoten balkkop is voor veel mensen onbekend en toch dichterbij dan ze denken. Bij een afgebroken kies of tand komt hetzelfde verhaal naar voren in klein formaat.
Een tand of kies die te ver is afgebroken om nog te kunnen vullen wordt na reiniging voorzien van minipinnetjes (parapulpaire stiften) Deze worden in het nog gezonde tandbeen geboord. Om de tand wordt een bekisting aan gebracht (het bandje om de kies) en de composietvulling wordt aan gebracht. De uitharding van de vulling geschiedt met de uithardingslamp (fel licht). De vulling is na belichting direct hard en bruikbaar; mensen willen niet dagenlang met een zachte vulling rondlopen. De trage techniek in de molen is hetzelfde als de snelle techniek in de mond).