Vrijdag 6 september 2024 waait een stevige wind over Adorp. De Griekse windgod en naamgever van de molen doet zijn best. Koren- en pelmolen AEOLUS draait perfect bij de aankomst van de genodigden. Bestuur en gasten verzamelen zich in en rond de molen. De Adorper schooljeugd arriveert per Janplezier bij de molen. Het weer, de molen en de genodigden zijn in afwachting. Een vrolijk getrappel van vlugge paardenhoeven klinkt als met paard en wagen de eerste tarwe in de molen wordt gebracht. Om het paard niet te verschrikken staat de molen even stil. Zodra paard en wagen in de doorrit staan, gaan de twee burgemeesters naar de stelling. Als eerste licht burgemeester Henk Jan Bolding van Gemeente Het Hogeland de vang en stelt de molen officieel in het werk. Dat is nodig om de eerste zakken tarwe naar de steenzolder op te halen. Nagekeken door de gasten verdwijnen de zakken tarwe door de klappende luiluiken naar boven.
Zodra de zakken boven zijn, wordt de molen even stilgezet. De molenaars Libbe en Jouktje zetten de maalsteen in het werk. Oud-burgemeester Rinus Michels van de voormalige Gemeente Winsum trekt opnieuw de vang los. Omdat nu de maalstenen echt gaan malen, worden ook de zwichtkleppen in de wieken gesloten. Voor het eerst maalt de molen weer meel voor consumptie, na vele jaren van stilstand.
Op de stellingzolder zien de oudste kinderen van basisschool De Wierde in Adorp het eerste meel van de maalstenen komen. Met veel enthousiasme verpakken zij het volkorenmeel in zakjes voor de genodigden.
De burgemeesters dalen de trappen af en verrassen de genodigden met persoonlijke verhalen over de voltooide restauratie en de periode die eraan voorafging. Johan van Dijk, voorzitter van het Gilde van Molenaars, afdeling Groningen, vertelt over het schrijven van de gelegenheidsuitgave AEOLUS, waar hij als redacteur bij betrokken was.
Inmiddels maalt de molen verder. Als echte maalknechten vullen de kinderen zakjes met volkorenmeel. En dan is het zover, de eerste zakjes meel komen naar beneden. Met een plof belandt de luimat met tientallen zakjes meel op de begane grond te midden van de genodigden. De kinderen bieden ieder een zakje meel aan en een exemplaar van de uitgave AEOLUS.
De molen heeft zijn oorspronkelijke taak uitgevoerd. Op windkracht werden de zakken omhoog gebracht, de wind en de molen maakten er meel van. En de jeugd van Adorp verpakte en deelde het meel uit. De heropening van de molen AEOLUS was voltooid.
Voor de kinderen was er ijs en het bestuur en de genodigden toasten op een maalvaardige toekomst van de AEOLUS in Adorp. (dit verhaal van Ids van der Honing werd ook gepubliceerd in de Zelfzwichter)