Na bijna 15 jaar zullen in de donkere maanden van het jaar ook de buitenkanten van molen De Ster en De Vriendschap in Winsum ’s avonds weer branden. Het ontsteken van de lichten werd gedaan door wethouder Stefan van Keizerswaard en de voorzitter van de Wierdastichting, dhr. Dick Sennema.
In het afgelopen jaar is Molenstichting Winsum drukdoende geweest de elektra op al haar molens te laten inspecteren en te vernieuwen. Dankzij een gift van de Wierdastichting staat ook molen De Vriendschap weer in het licht.

Duisternis kan sfeerbepalend gemaakt worden met de juiste verlichting. Hoe donkerder het wordt des te meer we van het licht genieten. Vandaar dat dorpsmolens als De Ster en De Vriendschap lichtdragers willen zijn in de dagen rond kerst. Ze stralen licht uit over Winsum en omgeving, en vormen daarbij een middelpunt bij de Sinterklaas- en Kerstverlichting.

Toch is een molen met verlichting een opmerkelijke verschijning. Van oudsher werden molens niet verlicht. Ook binnen in de molen was men vroeger zeer terughoudend met verlichting, Kaarsen en olielampen zijn brandgevaarlijk en ongewenst, ook bij een molen in bedrijf. Het grootste gevaar dat een molen kan bedreigen zijn niet storm en bliksem maar brand door onzorgvuldigheid met verlichting en verwarming.

Soms moest ook ’s nachts gemalen worden, zeker in perioden met veel windstiltes overdag. De molenaar en zijn maalknechten bedienden de molen dan bijna op de tast. Blindelings legden ze zeilen voor of kruiden de molen op de wind; op het gehoor en op het gevoel. Pas met de aanleg van elektriciteit werd het mogelijk om veilig met licht te werken.

Niet voor niets had de molenaar een hekel aan werken bij nacht op de molen en verzuchtte hij:
“Wind en graan zijn door God gebracht maar malen bij nacht is door de duivel bedacht”.