De onderste steen boven

Tijdens de eindfase van de restauratie van Molen Æolus te Adorp worden werkzaamheden in de molen uitgevoerd die niet alledaags zijn. Het betreft werkzaamheden aan het gaande werk van de molen. Dus aan het binnenwerk en de draaiende delen. Een klus daarvan is het vervangen van de maalstenen.

Nieuwe stenen
Met een van onze meest ervaren korenmolenaars, Rolf Wassens is gezocht naar het ontwerp van een geschikte maalsteen. Allerlei soorten maalwerk vragen om verschillende stenen. Er zijn stenen voor grof maalwerk (veevoer) en voor fijne bakkersbloem, stenen voor rogge en stenen voor mosterdzaad. Molenstichting Winsum kiest voor een tarwesteen, geschikt voor demonstratiemalen en voor demonstratiebillen, dat is het opscherpen van stomp geworden stenen. We kwamen uit bij een gemengd samengestelde steen; een composietsteen bestaande uit scherpe ribbels of kerven ingegoten in cement. Bij billen worden de zachtere cement tussen de keiharde kerven weggekapt en is de steen weer scherp voor veel maalwerk in de volgende maanden. Daarna moet er opnieuw gebild worden. Na een generatie lang malen, stomp worden, billen en weer malen zijn de stenen zodanig afgesleten dat ze te licht worden en te weinig druk op het maalsel geven.

De nieuwe maalsteenen, vooraan de loper en achteraan de ligger.

Het vervangen van maalstenen is forse klus. Ten eerste weegt een nieuwe maalsteen (loper) met een diameter van 1.5 mtr. ongeveer 1500 kg en er zitten geen handvatten aan! Ten tweede moet de steen naar een van de bovenste zolders in de molen gebracht worden. En de meeste molens hebben geen lift, alleen smalle trappen!

Zware stenen, transport in de molen
De stenen zijn dan toe aan vervanging. Omdat de beide stenen , de ligger en de loper gelijktijdig slijten worden ze vaak tegelijk vervangen. De stenen van molen Æolus vertoonden ernstige scheuren waardoor vervangen nodig was. Zware stenen, transport in de molen.

Hoe wordt dit opgelost? Het gewicht van een nieuwe steen is een vast gegeven. De molenbouwer pakt zijn sterkste lier en sterkste sjorbanden. En gelukkig zit in het midden van de molensteen een gat, hier steekt de molenbouwer de sjorbanden door. Bovenin de molen zoekt hij een stevige balk waar hij de kettinglier aan bevestigd. Dan zou het hijsen van de stenen kunnen beginnen.
Bij het dagelijkse malen in de molen maakt de molenaar gebruik van het luiwerk. Bovenin de molen zit een horizontale as waar een lang touw omheen is geslagen: het luiwerk. Met dit systeem kan de molenaar tarwe in de molen omhoog hijsen. Bij een draaiende molen gaat dit ophijsen op windkracht.

Met sjorbanden wordt hier de oude molensteen naar beneden gebracht. Links het (te smalle) luiluik.

Voor het hijsen van zakken tarwe en het neer laten van zakken meel zijn in alle zoldervloeren opklapbare luiken gemaakt. Deze luiken zitten recht boven elkaar. Als alle luiken openstaan kan je van de begane grond ophoog kijken naar de horizontale (lui-)as waar het touw zich omheen windt. Deze weg, omhoog en naar beneden werd vroeger ook voor transport van de oude en nieuwe maalstenen gebruik. Er is echter één probleempje; de opklapbare luiluiken zijn te smal om een maalsteen met een diameter van 1.5mtr. door te laten. De betekent dat naast de luiken delen van de vloer gedemonteerd moeten worden. Omdat molen altijd houten vloeren heeft is het loshalen en weer terugplaatsen van enkele planken goed te doen.

Molensteen op zijn kant op de stelling.

Bij de Æolus kiest de molenbouwer voor een tussenweg. Hij tilt met een hoogwerker/vérreiker de molensteen naar de stelling. Hier zet hij de steen op zijn kant en rolt hem voorzichtig naar de stellingdeur over een spoor van dikke balken. Dit spoor van metalen en houten balken loopt door naar het luiluik dat verbreed is. Daar steekt de molenaar stevige sjorbanden door het gat in de molensteen en hijst de kettingtakel de steen een zolder hoger.
Bij hijsen van maalstenen wordt het luiwerk op windkracht niet gebruikt. Wel maakt de molenbouwer gebruik van de weg via de luiluiken.

In molen Æolus gaan eerst de oude stenen naar beneden. Daarna wordt de vloer van de steenzolder voorbereid op het plaatsen van de nieuwe ligger en loper. Voor neerlaten en hijsen, dus viermaal maakt de molenbouwer gebruik van de zelfde route.

De werkwijze.
De steenkraan pakt de steen op en zwaait hem naar het luiluik in de vloer van de steenzolder. Hier pakt de ketting lier de steen over van de steenkraan. Het gat van het luiwerk is verbreed door weghalen van planken en een steunbalkje.

De oude loper hangt in de Geopend luiluik, luiken zijn Vloerdelen zijn verwijderd
steenkraan. weggehaald. tussenbalkje is uitneembaar.

De steen zakt naar de stellingzolder en komt met zijn zijkant op rolbaan te staan. Via deze baan van stalen en houten balken rolt de steen naar de stellingdeur en rolt verder de stelling op. Hier tilt een lier, bevestigd aan de lange spruit de steen iets van zijn rolbaan en wordt een kwartslag gedraaid. Voor dit rollen en sturen van de steen gebruiken de molenbouwers lange koevoeten.

De steen moet via een rolbaan op de stelling naar een volgend achtkantveld gerold worden. De steen hangt met het groot deel van zij gewicht aan de lange spruit. Door de molen te kruien rolt en schuift de steen naar de goede positie op de stelling.

Hier neemt de verreiker vanaf de begane grond het takel werk over. In de stromende regen ging op 13 november 2023 de oude loper naar de grond.

Voor het hijsen van de nieuwe stenen kiest de molenbouwer voor dezelfde weg in omgekeerde richting.
Van het gehele werk is een fotoserie te bekijken door op onderstaande knop te klikken.

Leave Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *